Een paar jaar geleden ontdekte ik gierst. Een heerlijke ‘vergeten’ graansoort, althans voor mij was dat het geval. Ik ben het gaan waarderen en maak regelmatig deze hartige gierstkoekjes.
Serveer er een sausje van yoghurt en gerookte paprika of een kerrie sausje van zelfgemaakte mayonaise bij en garneer de sausjes met wat bosui.

Bereidingswijze

1. Verwarm de olijfolie in een pan en fruit de ui zachtjes glazig. Roer de gierst, komijn en cayennepeper erdoor en bak tot de korrels glanzen en de ui begint te kleuren. Schep de zoete aardappelblokjes erdoor met ½ theelepel zout en schenk er 200 ml water bij. Kook de gierst en zoete aardappel afgedekt in 20 minuten zachtjes gaar. Neem de deksel van de pan en kook nog 5 minuten tot het vocht is verdampt. Verwarm de oven voor op 220 °C. Laat het gierstmengsel in een wijde kom wat afkoelen. Meng dan het ei erdoor en schep bergjes van het gierstmengsel op een met bakpapier beklede bakplaat. Plet de bergjes tot rondjes van 7 cm doorsnede en 1 cm hoog.
2. Schuif de bakplaat een richel onder het midden in de oven en bak de koekjes 15 minuten. Keer de koekjes voorzichtig met een spatel en bak ze in nog 10-15 minuten goudbruin.