Het ideale lunchgerecht. De rozijnendressing geeft net dat zoete element aan de bitterheid van de lof. Maak deze salade in het seizoen met Romanesco, torentjesbloemkool.
Helaas kon ik geen Romanesco (torentjesbloemkool) krijgen – het seizoen loopt van november tot februari – maar met de biologische broccoli smaakte deze salade ook perfect. De Romanesco heeft een wat frissere en zelfs een beetje zoetiger smaak dan bloemkool. De aardigheid bij deze salade is dat je een deel roostert en een deel blancheert waardoor je een mooi mengsel van smaken krijgt van dezelfde groente.
Serveer de salade op kamertemperatuur en bij voorkeur op losse bordjes. De puree die je maakt van de stelen kun je zo beter verdelen en krijgt iedereen alle smaken in de juiste hoeveelheid te proeven.
Bereidingswijze
- Verhit de oven tot 180 graden.
- Breek de bloemkool en broccoli in ongelijke roosjes, dat maakt de salade voor mij altijd wat interessanter om te zien.. Bewaar de stelen voor de puree. Kook de helft van de roosjes 4 tot 5 minuten in gezouten, kokend water.
- Meng de andere helft met olijfolie en zout en verdeel over een bakplaat. Rooster ze in ca. 10 minuten mooi goudbruin.
- Snijd de stelen in kleine stukjes en zweet ze, bestrooid met wat zout en peper, aan in de gesmolten boter. Giet de room erbij, breng aan de kook en meng in de keukenmachine of met de staafmixer tot een mooie puree.
- Laat voor de dressing de rozijnen 5 minuten weken in heet water. Laat uitlekken en meng met de mosterd, suiker, olie en azijn.
- Doe nu de bloemkool, broccoli, blaadjes lof en sjalotjes in een flinke kom, schep er voorzichtig het grootste deel van de dressing door en breng op smaak met wat zout en peper. Verdeel de puree over 6 bordjes, schep de salade erop, verdeel de rest van de dressing erover en bestrooi met de geroosterde amandelen.