Er zijn mensen, voornamelijk Nederlanders, die een mes en vork dekken voor een broodmaaltijd. De boterhammen en broodjes eten ze daar dan mee. In de meeste buitenlanden vinden ze dat een absurde en zeer lachwekkende gewoonte. Ik moet eerlijk bekennen dat ik een boterham ook weleens met mes en vork eet, al ligt er dan wel een rijk en rommelig beleg op, maar zo krijg ik het nu eenmaal makkelijker en (bijna) zonder knoeien in mijn mond.
Maar met mijn vingers eten, vind ik voor bepaalde dingen veel lekkerder! Een sandwich, kroket of frietjes gaan bij mij zeker met de hand naar binnen. Ook vind ik het heerlijk om kippenboutjes en koteletjes uit de hand van de botjes te kluiven. Of om paling van de graat te knabbelen, zoals we dat vroeger met mijn ouders deden, als we eens bij een goeie rokerij belanden. Nu geef ik een hele paling om te kluiven zo nu en dan als voorgerecht (heel even verwarmd in een hete oven). Sommige vrienden kijken daar eerst even vreemd van op, maar worden bijna altijd heel enthousiast omdat die paling zó juist extra lekker is.
Als test heb ik van de week een Hollandse nieuwe haring aan de staart langzaam kauwend naar binnen laten zakken en een andere in stukjes gesneden en met de hand gegeten. Aan de staart vond ik echt veel lekkerder, maar in stukjes was ie ook niet te versmaden en dan heb je wel het voordeel dat je vingers niet zo ruiken. (Wat is de nieuwe haring trouwens lekker dit jaar!!). Kaviaar (helaas niet alle dagen) op de bovenkant van je hand tussen duim en wijsvinger geschept en er in één keer vanaf gehapt, smaakt onovertroffen. Maar ook couscous die je met z’n allen van een grote schaal eet, waarop ieder alleen dat deel dat direct voor hem staat mag nemen, is voor mij de hand veel lekkerder. En het met m’n vingers aflikken van mijn bord met restjes smakelijke saus, kan ik echt niet laten, zelfs niet in (luxe) restaurants, waar ik bijna altijd extra saus vraag, omdat ze daar meestal niet erg scheutig mee zijn. Juist dat beetje saus op je vingers is zó lekker! Het lijkt mij dat het komt omdat lekker eten ook met wat je in je vingertoppen voelt te maken heeft.
Maar niet alles smaakt beter met je vingers. Noedels wil ik echt het liefst met tjop sticks eten, net als in het verre oosten met het kommetje onder m’n kin en daarbij de sliertjes als het ware naar binnen slurpen mmm.. Soep drink ik als het even kan zoals in Japan. Daar hebben ze deksels op de soepkommen, die je er pas op het laatste moment afhaalt, waarna je de kom met de hand naar de mond brengt en de soep met kleine teugjes opdrinkt om zo de geur van de soep een belangrijke rol te laten spelen in je smaakbeleving. Voor taart wil ik graag een vork en voor schepijs persé een lepeltje (liefst van hout). “Bubble tea” van thee met gemalen fruit en/of melk met kleine bolletjes (van tapioca of fruitgelei) is als je het zo drinkt lang niet zo spannend dan als je het door een breed rietjes naar binnen zuigt, waarbij de bolletjes als het ware in je mond springen.
De presentie van gerechten (voorproeven met je ogen) en de temperatuur, net als de geur, die geeft onmisbare variatie, nuance en “kleur” aan smaak, maken ook of iets lekker is. Of dat nu simpel is of complex. Daarnaast heb je bijna altijd een verwachting van smaak en kan een verrassing je smaakbeleving beïnvloeden. Tussen je oren proef je ook van alles. Hoe je smaak ervaart wordt bovendien sterk beïnvloed door het mondgevoel dat je door de structuur van het eten krijgt, of er meer of minder zuurstof naar binnen gezogen wordt en zoals ik hierboven al beschreef met welk eetgerei je eet. Of dat nu je vingers zijn, een vork of een rietje.
Over dit onderwerp zag ik een tijdje geleden een interessante aflevering van Kunstuur: De kunst van het koken http://web.avrotros.nl/kunstuur/player/AT_2056877/ , waarin Lucas de Man onder andere mooie ideeën en overdenkingen van Feran Adria voor het voetlicht brengt. Hij gaat ook heel verrassend met designer Sanne Muiser in gesprek. Zij heeft speciaal eetgerei en bestek ontworpen waarmee je een optimale smaakbeleving krijgt als je ermee eet. Alle zintuigen worden optimaal geprikkeld. Zo heeft ze de “rolbol” ontworpen, lange stelen van glas met op de kop een bol met stekeltjes die door ingrediënten kan worden gerold en die als je deze zo in je mond stopt een hele speciale eet en smaak beleving geeft. Lepels waarvan je alleen maar een puntje in je mond steekt en waaruit je soep als het ware naar binnen moet slurpen. Ze maakte ook een soort mond-neus kapje waar je uit kunt drinken en alle aroma’s intens te ruiken zijn. Harstikke leuk en interessant en nog beter, Edwin Vinke van restaurant de Kromme Watergang in het Zeeuwse Hoofdplaat, gebruikt haar ontwerpen. Edwin Vinke staat zo wie zo heel hoog op mijn verlanglijst, maar nu wil ik helemaal een maaltijd bij hem meemaken!