De donkere dagen voor kerst … het is even doorbijten, zeker op van die gure, regenachtige dagen. Maar lichtpuntjes tellen helpt! En dat is niet moeilijk zo vlak voor kerst, alleen in de kerstboom tel ik er al een hele ris. Maar ook figuurlijke lichtpuntjes helpen: je huis versieren, koken, zelf een kerstbrood bakken. Of zoals ik op zulke sombere winterdagen doe: een runderstoofpot maken. Ik word helemaal blij van zo’n urenlang pruttelende pan op het vuur. Ik ben eigenlijk niet zo’n vleeseter, maar nu in de winter kan ik soms snakken naar zo’n stevige stoofpot met van dat zachte draadjesvlees. Ik hoor jullie denken daar heb ik nu helemaal geen tijd voor!

Niet méér werk

Maar daar zit hem nu juist de crux: een stoofpot maken heeft tijd nodig, maar is niet méér werk! Je braadt het vlees aan, voegt andere ingrediënten toe, zet het deksel op de pan en daarna hoef je alleen zo nu en dan even te koekeloeren of alles nog goed gaat. Met een slowcooker hoeft zelfs dat niet. Terwijl jij met andere dingen bezig bent, verspreidt zich een heerlijke geur door het huis. Hoe fijn is dat? En zo’n stoofpot heeft nog meer voordelen. Je maakt het makkelijk voor drie tot vier porties tegelijk! Sterker nog, daar wordt het alleen maar lekkerder van. Schuif een paar porties in de diepvries en je hoeft je op drukke dagen in januari niet meer te bekommeren om wat je gaat eten.

Goed vlees met meer smaak

Ik bespeur dan gelukkig barstjes in de weerstand tegen stoofpotten. Het is waar, er wordt minder en minder vlees gegeten. Maar als je dan een keer vlees eet, wil je wel goed vlees eten. Vlees van goede kwaliteit en van dieren die een goed leven in de wei hebben gehad. Gelukkig is er steeds meer besef, dat je niet alleen biefstuk of ander ‘snel-klaar-vlees’ kunt eten. De minder gangbare stukken en vlees dat meer tijd kost komen weer in trek. Runderlappen worden gesneden van delen van de koe die veel gewerkt hebben en daardoor ook meer smaak hebben. Een echt lekkere stoofpot maak je met doorregen runderlappen of riblappen. Die zijn mooi dooraderd met randjes vet. En juist dat vet geeft de stoofpot een mooi volle smaak. Het vet accentueert de smaak van het vlees zelf.

Een andere draai

Het leuke van stoofpotten is dat je er elke keer een andere draai aan kunt geven. Voor de feestdagen maak je misschien een mooie Boeuf Bourguignon of een variatie daarop, maar er zijn nog tal van andere mogelijkheden. Denk eens aan Marokkaans getinte stoofpot met groenten en kikkererwten, een Indiase curry of een Hongaarse goulash. En vergeet vooral onze eigen Hollandse runderlapjes niet, waarbij je het vocht bindt met ontbijtkoek.

Handig om te weten

Tot slot een paar tips van een oude rot in het vak. Haal het vlees op tijd uit de koelkast. Zeker 3 uur van te voren! Dan heeft  het vlees ruim tijd om op kamertemperatuur te komen. Want vlees dat je zo uit de koelkast in de hete boter legt, schrikt en verkrampt. Hoe lang je het dan ook stooft, het vlees wordt niet meer mals. Koud vocht aan het gebakken vlees toevoegen heeft hetzelfde effect. Laat wijn eerst op kamertemperatuur komen, of warm het even voor. Bouillon mag je gewoon warm erbij schenken. Ik bak het vlees meestal aan in boter, dat bruint beter dan olijfolie. Maar olijfolie kan ook, in een stoofpot met veel vocht maakt dat niet uit.

Lekker lang sudderen

Geef stoofvlees de tijd om heel zachtjes gaar te sudderen. De 2 tot 3 uur die in recepten staan aangegeven zijn meestal niet genoeg. Als je het vlees 4 tot 5 uur de tijd geeft, dan wordt het boterzacht. Tijdens het sudderen lost het stevige bindweefsel dat de spieren bij elkaar houdt, langzaam op, waardoor het vlees ‘malser’ wordt. Een beetje zuur toevoegen in de vorm van wijn, azijn of citroensap helpt hierbij. Tijdens het lange sudderen beïnvloeden de smaak van het vlees en de smaak van de saus elkaar, zodat je een mooi geheel krijgt.

Kortom, een runderstoofpot kan altijd! Ook met kerst! En is ondanks de lange suddertijd niet meer werk!

Voor heerlijke stoofrecepten kijk op irishbeef.nl