Thuiswerk lunch soepen, zo klaar, niet zwaar, bevredigend en vooral lekker.
Als ik thuiswerk neem ik tussen de middag bijna altijd tijd om even een soepje te maken. Dat kan gewoon een bouillon zijn met een restje groenten zoals sperziebonen of spitskool, wat gesneden lente-ui en stukjes tomaat, waarboven ik 1 of 2 eieren breek en even laat stollen. Die is echt klaar in een handomdraai. Maar ook een groentesoepje, noedel-soepje of miso-ramen, tomatensoep, gemengde groentesoep, champignonsoep of een pittige pindasoep staan geregeld op mijn lekker snelle lunchmenu (de recepten vindt je in ons receptenbestand). Het is maar net wat ik in de voorraad en aan restjes heb. Bouillon om de soep mee te maken heb ik standaard in verschillende vormen in huis (in de diepvries, geconcentreerd in de koelkast, poeder en tabletten). Maar ook allerlei speciale smaakmakers heb ik in voorraad waardoor snel iets lekkers maken altijd een fluitje van een cent is.
Bereidingswijze
- Pel de ui en knoflook. Snipper de ui, pers de knoflook fijn. Schil en hak de gember fijn.
- Roerbak in een scheut zonnebloemolie een fijngesnipperde ui, de knoflook en de gemberwortel, 3 minuten op een vrij hoge temperatuur. Roer er ½ theelepel sambal door met 3 eetlepels pindakaas (met of zonder stukjes).
- Voeg beetje-bij-beetje al roerende 400 milliliter kippenbouillon toe. Breng al roerende aan de kook en laat de soep 5 minuten pruttelen. De soep mag dik-vloeibaar zijn. Te dik? Dan wat extra bouillon erbij, te dun een extra lepel pindakaas erdoor roeren.
- Breng op smaak met een scheutje ketjap, een paar druppels gembersiroop en eventueel meer sambal.
- Snijd ondertussen de lente-ui in smalle ringen.
- Schep de soep in kommen en strooi er een plukje taugé, wat gesneden lente-ui en gehakte bladselderij op.
- Bestrooi de soep met (kant-en-klaar) gebakken uitjes (als je die hebt). Voor een klein zuurtje kun je er voor de liefhebbers partjes limoen bijgeven om er een beetje boven uit te knijpen.
Tip: Met minder bouillon maak je zo ook een snelle pindasaus!