Een culinaire trip in Sevilla zorgt voor keuzestress, overal kun je lekker eten.

Sweet memories kan ik nu wel zeggen. Op het randje van de lockdown was ik in Sevilla. We hebben daar geluncht met vrienden, die zitten nu al weken met kleine kinderen in huis opgesloten. Toen wij er waren viel het ons op dat de lokale bevolking ook gewoon downtown Sevilla tussen de toeristen aan de bar staat tapas te eten. Het leven speelt zich buiten af. Ik kan me niet voorstellen wat dit voor deze mensen betekent. Samen een ontbijtje, een cortado aan de bar of een cerveza drinken. Opeens is het allemaal anders.

Hieronder tips om even weg te dromen en plannen maken voor als het weer mag…. Hopelijk deze zomer!

Een nieuwe stad leer je het best kennen door een fietstour met gids te maken. Zo krijg je een goed beeld van waar je bent. Daarnaast kan de gids je direct alle leuke eettenten en barretjes aanwijzen. De kleine hideaways die je zelf niet zo snel ziet.

Ben je lekker met zijn tweeën op pad? Drink dan in een bubbelbad (even lekker luxe) een glaasje bubbels in het oude badhuis met uitzicht over de stad.

Een eenvoudige eigentijdse maaltijd met minder vis of vlees eet je bij Maravilla Social Club, Calle Maravillas 1.

Pak na een paar tapas eten in Triana een voorstelling van een flamenco. Om je trip compleet te maken hoort dit erbij. Daarna ga je gewoon weer verder met tapas eten en een cerveza drinken aan de bar next door.

Een liefdevolle hotspot als het gaat om slowfood is het restaurant Contenedor .Reserveer om zeker te zijn van een plekje. Goeie bediening, heerlijk eten en eerlijke producten.

Ga naar de oudste tapasbar El Rinconcillo, wel toeristisch maar ook de Sevillianen komen er graag, naast plaza los terceros, is ook een leuk pleintje voor een kop koffie.

Naast de kathedraal is Plaza Encarnacion, ‘las setas’, bouwwerk van Jurgen Mayer indrukwekkend om te zien tussen de gebouwen van de oude stad. En ook zeker leuk om een rondje bovenover te lopen. Eronder is een levendige markthal (waar bij de groenteboer grote zakken met slakken hangen, boven het fruit en de paddenstoelen).

In restaurant Torre pelli kun je (chique) dineren, wel reserveren. En ben je er in de herfst, vraag dan naar het truffelmenu.

Eigenlijk kun je overal lekker en goedkoop eten, net even de toeristische plekken overslaan. De kleinste barretjes hebben meestal de beste tapas.

Koffie en taart in Caotica of un gatoen bicicleta; maar elke horno/pasteleria heeft ook lekkere koffie en (hele zoete…) taart.

Zolang het nog niet zover is en wij hier ook nog steeds in eigen land vastzitten, kan ik iedereen adviseren, te leven zoals de Sevillianen het normaal gesproken doen. Eet deze zomer lokaal en om de hoek, om zoveel mogelijk de economie in eigen land te steunen.

PS. mijn favoriete plein was San Lorenzo, veel gezelligheid, schoolgaande kinderen die na schooltijd met opa’s en oma’s op een terrasje zitten. Zonnetje, taartje erbij, cafe con leche en daarna een biertje. Gewoon genieten!