Huttentutolie… Soms stuit je ook als doorgewinterde culi op iets waar je echt nog nooit van gehoord hebt. Op huttentutolie bijvoorbeeld. Of op z’n frans op ‘huile de cameline’. Een pure verrassing!
‘Huile de cameline’ uit Bordas
De oliemolen in Bordas, waar ik in Frankrijk al jaren mijn walnotenolie koop, is tijdens Corona gemoderniseerd en uitgebreid. Behalve olie uit walnoten, persen ze er nu ook olie uit andere producten. Mijn oog viel direct op een flesje ‘huile de cameline’. De verkoopster legde mij in rap frans uit dat dit een heel nieuw project van de eigenaar was. Ze vertelde dat deze huile de cameline rijk is aan omega 3. En heerlijk bloemig van smaak. Dat laatste kan ik beamen. Want natuurlijk kocht ik dat flesje. en druppelde ik diezelfde avond wat wat huile de cameline over de salade . Heel bijzonder!
Huttentutolie
Eenmaal weer thuis in eigen land ben ik online op speurtocht gegaan. Samen met Nelleke van Lindonk. Onze geplande wandeling viel vanwege stromende regen in het water. Wat is er dan leuker dan gezellig samen te zoeken naar wat ‘huile de cameline’ nu eigenlijk is? Ieder op het eigen mobieltje. We kwamen er al snel achter dat ‘huile de cameline’ hier ‘huttentutolie’ heet. Er ging werkelijk een heel nieuwe wereld voor ons open.
Oud cultuurgewas
Huttentut is één van de oudste cultuurgewassen in ons land. Het werd hier al zo’n 2000 jaar voor Christus verbouwd op zogenaamde raatakkers of celtic fields. Dit waren kleine vierkante akkers omheind met een lage wal. De huttentut (Cameline Sativa) is een eenjarige plant uit de koolfamilie met bleekgele bloemetjes. Camelina komt van het Griekse woord Chamai (klein) en linon (linnen ). Sativa betekent gekweekt. Andere Nederlandse namen zijn dederzaad, vlasdodder of vlasdotter.
Lampenolie en bezems
De olie uit de kleine roodbruine huttentutzaadjes gebruikte men vroeger vooral als lampenolie. Maar ook als spijsolie en soms zelfs als smeerolie. De groene, wat bittere bladeren at men als groenten. Van de stengels maakten ze bezems en manden. Of ze werden gebruikt als dakbedekking. Begin vorige eeuw raakte huttentut door de opkomst van gas en elektriciteit een tijd lang in de vergetelheid…
In ere hersteld
Tot er weer belangstelling kwam voor oude gewassen. En de huttentut opnieuw uiterst nuttig bleek. Huttentut is nu vooral in trek als veevoer. Het groeit snel en geeft onkruid weinig kans. Huttentut doet het goed op arme grond. Door de teelt verbetert de bodemstructuur. Ook de industrie toont interesse. Al in 2009 maakte de KLM een proefvlucht met in een van de motoren biokerosine gemaakt van huttentutolie.
Van bloemetjes en bijtjes
De kleine gele bloementjes van de huttentut trekken met hun grote hoeveelheid nectar bijen en andere insecten aan. Hierdoor neemt de biodiversiteit weer toe. Zaadjes die op de grond vallen zijn voer voor vogels.
Huttentutolie voor je huid
Huttentutolie of cameline-olie is rijk aan omega 3 vetzuren, vitamine E en antioxidanten. Dat maakt de olie heel geschikt voor huidverzorgingsproducten.
Huttentutolie in de keuken
De goudkleurige huttentutolie doet het ook verrassend goed in de keuken. De olie heeft een verfijnde nootachtige en wat kruidige smaak. Heerlijk over een eenvoudige groene salade. Of druppel wat huttentutolie over beetgaar gekookte worteltjes of bloemkoolroosjes. Het is ook lekker om zelf geroosterde crostini met huttentutolie te bedruppelen. Of zet een klein schaaltje huttentutolie op tafel om stokbrood in te dopen.
Restproducten krijgen ook een kans
Ook nu worden alle delen van de huttentutplant gebruikt. Ik las ergens dat je huttentutblaadjes in een salade kunt verwerken. Ik kan me zo voorstellen dat ze een beetje smaken naar rucola. De pulp die overblijft nadat de olie uit de huttentutzaadjes is geperst is eiwitrijk en wordt gebruikt als diervoeding. De stengels kunnen worden gebruikt als dakbedekking of als grondstof voor de papierindustrie. Kortom, ook na 4000 jaar blijkt de huttentut in modernere toepassingen weer een heel nuttige plant.