Fotografie: Henk Brandsen Amsterdam
Aardbeien carpaccio zoals ik hem hier maak, komt uit mijn kookboek: Gezond Eten Rond Chemotherapie, dat ik heb geschreven voor mensen die behandeld worden voor kanker. In het boek geef ik informatie, handvatten en heel eenvoudige recepten op basis van meest gezonde ingrediënten. Hiermee beoog ik dat patiënten zo goed mogelijk blijven eten. Waardoor ze zo sterk mogelijk blijven en na chemotherapie, bestraling etc. zo snel mogelijk kunnen herstellen van de behandeling.
Door de behandeling, maar ook door de ziekte zelf, hebben patiënten vaak last van gebrek aan eetlust, droge keel, pijnlijke mond, problemen met slikken, misselijkheid en last met de spijsvertering. Mijn recepten spelen daar qua structuur op in. Ze zijn gericht op dat wat je in je mond voelt en wat je daardoor wel en niet kunt kauwen en doorslikken. Zo wordt het voor patiënten makkelijker om iets te eten dat past bij de situatie met gerechtjes die ze kunnen eten en waarderen.
Eigenlijk zijn alle recepten in het boek heerlijk, maar aangezien de smaakbeleving bij veel kankerpatiënten volkomen in de war is, speelt de smaak gek genoeg geen hoofdrol. Wél de smaakintentie; mild of meer uitgesproken, en of zoete, zure, zoute of juist bittere smaken iets prettiger zijn op een bepaald moment. Het kan per dag of zelfs nog korter verschillen. Je kunt even testen welke hoofdsmaak de voorkeur heeft door aan 4 eierdopjes tomatensap elk een andere smaak toe te voegen: suiker (zoet), citroensap (zuur), zout, en kurkuma (bitter). De hoofdsmaak die het best bevalt voeg je dan extra toe aan gerechtjes. (let wel op want zowel zout als suiker zijn natuurlijk niet echt goed voor een mens. Maar als iemand door ze toe te voegen in ieder geval kan blijven eten is dat de afweging zeker waard.
Portie-grootte is meestal ook een ding. Grote porties (ook van tafelgenoten!) worden vaak als ‘bedreigend’ gezien en geuren door de veelheid heftiger dan kleintje. Daarom ben ik uitgegaan van aantrekkelijk ogende miniporties. Maar geef in het boek ook omrekenfactor waardoor de gerechtjes ook in groter porties te maken zijn. Het recept hier is gewoon voor 4 personen. Voor iemand die maar heel weinig kan eten kun je de hoeveelheden door 3 delen.
Nagerecht voor 4 personen
Bereidingswijze
- Verwarm de oven voor op 110°C. Maak een schaal en de gardes van een mixer schoon/vetvrij met keukenpapier en een beetje azijn of citroensap.
- Klop het eiwit met de suiker en een snufje zout zo stijf dat torentjes op de garde hun vorm houden.
- Schep het in 4 bergjes op een met bakpapier beklede bakplaat. Druk er in het midden - met de achterkant van een lepel – een holletje in zodat een soort nestje ontstaat. Zet ze in de lauwe oven en laat ze in 2–3 uur drogen.
- Hak de noten grof. Rooster de noten en zaden in een droge koekenpan in een paar minuten tot ze van kleur beginnen te veranderen. Laat ze op een bord afkoelen.
- Verkruimel 2 meringue (bewaar de andere 2 in een afgesloten bakje en eet ze op een ander moment met bijvoorbeeld citroenijs en partjes sinaasappel).
- Maak de aardbeien schoon en snijd ze in dunne plakjes. Leg ze overlappend op twee bordjes. Druppel de siroop erover en laat ze in de koelkast goed koud worden (niet langer dan een halve dag).
- Strooi vlak voor het eten de noten, zaden, meringuekruimels en muntblaadjes over de aardbeien.
Meringues kun je ook kant-en-klaar kopen. Je kunt ook een carpaccio maken van ander vers fruit dat in flinterdunne plakjes kan worden gesneden: meloen, perzik, peer of mango.