Ik liep op 9 augustus de buurttoko binnen voor mijn maandelijkse roti. De Hindoestaanse achter de balie trakteerde mij op een lekkernij, die smaakt als boterkoek. Gestapeld in drie kleurrijke lagen: roomwit, helblauw en zuurstokroze. Het was Hindoestaanse broers-en-zussendag, legde ze uit. Een feest met wortels tot in het verre verleden van het hindoeïsme. Daar hoort gebak bij.
Het feest wordt gehouden op de dag van de volle maan van de maand Shravana, wat meestal neerkomt op augustus. De dag heet ‘Raksha Bandhan’, ofwel: beschermingsband.
De traditie wil dat de zus een koord rond de pols van haar broer bindt. Ze spreekt daarbij een mantra uit, een gebed waarin ze vraagt om bescherming en liefde. Als de broer het koord accepteert, bevestigt hij zijn liefde voor zijn zus en belooft hij haar voor onheil te behoeden. Broer geeft zus een sieraad of ander geschenkje.
Hoe dit allemaal gaat als er meerdere broers en zussen zijn, is mij nog niet duidelijk. Met de teruglopende kindertallen zal het feest eenvoudiger worden, lijkt mij. Een broer-zusdag.
Speciale dagen voor broers en zussen bestaan ook in andere culturen en landen. Bijvoorbeeld in België, Frankrijk, Nederland en de VS (Siblings Day). Ze zijn van recente datum, in het leven geroepen door iemand ter nagedachtenis van een broer of zus. Mooie initiatieven, maar ze blijven in de schaduw staan van Raksha Bandan.
Annelène van Eijndhoven