From fjord to table! Vorige week schreef Clara over ons culinaire reisje naar Noorwegen en deze week vervolg ik ons eet-avontuur daar. Als je een stad wilt verkennen, moet je lopen en dat is wat we vier dagen lang hebben gedaan. Langs onze culinaire adressen, maar vooral ook om kleine pareltjes te vinden.
Dat je er vis kunt eten, dat wisten we. Maar we wilden ook meer te weten komen over rendier- en hertenworst, bruine kaas, gedroogde walvisworst, viskoekjes en allerlei zoete bollen. Daarvoor gingen we op deze ontdekkingsreis.
Op dag drie hadden we een foodtour geboekt. Om half 1 werden we aan de kop van een van de havens opgewacht door Victoria. Altijd leuk om ergens naar toe te lopen waar je anders nooit zou komen. Er stonden twee stoelen klaar en een tafel met daarop een paar stukjes stokvis (gedroogde vis, meestal kabeljauw), een cracker met bruine kaas en een glas appelsap. De stokvis dankt zijn naam voor een deel aan het feit dat je de gedroogde vis mooi kunt stapelen (stock). De bruine kaas (Brunost) had ik al zien liggen bij het ontbijt, maar omdat het naast de paté lag, was ik ervan uitgegaan dat het ook een soort dun plakje paté was, niet dus.
Brunost wordt gemaakt van wei met melk of room. Dit laat je enkele uren koken waardoor de melksuikers vrijkomen, karamelliseren en bruin worden. Om nu te zeggen dat Brunost er aantrekkelijk uitziet, niet echt. Het heeft de vorm van een rechthoekige steen waar men dunne plakjes van snijdt. De heerlijke appelsap wordt van het most van de ‘beroemde’ Noorse appels gemaakt. Lange dagen met veel zonlicht, behoorlijk lage temperaturen en weinig verontreiniging zorgen voor een iets langere rijpingstijd en dat zorgt weer voor die perfecte zuurgraad van deze appels. Het dorpje Gvarv is de appel hoofdstad in Noorwegen en ligt ca. 140 km ten zuidwesten van Oslo.
Onze eerste stop was bij een achthoekig, sociaal restaurant Dr. Wiesener. Daar kregen we Kjøttsuppe, huisgemaakte bouillon met lam, varkensvlees, koolrabi, wortel en aardappel. Natuurlijk aten we onderweg uit de hand een overheerlijk viskoekje en eindigden we bij een zeer speciaal café, Dyvekes vinkjeller. Een ‘verborgen’ cafe waar we beneden in de wijnkelder het speciale Kakebille bier dronken. Daarbij kregen we een mooi verhaal bij een kopie van een beroemd schilderij waar de Koning van Denemarken en Noorwegen met zijn maîtresse Dyveke aan zijn voeten zat.
Clara had al verteld over de moderne, overdekte vismarkt Wat ons vooral op viel was dat alles zo keurig op de Noorse manier aangelijnd in de koeling lag. En niet alleen deze schaaldieren.
Onze laatste avond aten we bij Spisekronen, ook weer in een beetje achteraf straatje, maar zeker zo lekker als de andere avonden.
Soms moet je een beetje geluk hebben. Op onze laatste dag was er een Food Markt in Bryggen. Niet ontzettend groot, maar wel leuk. Veel vis, verschillende soorten worst, één stand met groenten en natuurlijk waren er ook stands met jam en honing.
Na de foodmarkt nog een laatste koffie met zoet in de oudste coffeeshop van Bergen Det Little Kaffekompaniet, waar we een geweldige Noorse cheesecake en pruimentaart aten. Nou ja oud, 25 jaar noemen wij niet echt oud, maar dat zegt wel iets over deze meer dan leuke plaats.
Nelleke en Clara
Nelleke van Lindonk