Claron McFadden groeide op met soulfood in de Amerikaanse staat New York. In het kerkkoor viel haar zangtalent op. Zij vertrok met een beurs naar het Sweelinck conservatorium in Amsterdam.
En in die stad woont ze nu nog steeds, veertig jaar later, deze inmiddels wereldberoemde zangeres van levenslied en opera. Deze grootse mezzosopraan.
Ze reist graag en maakt dan contact met mensen op straat. Ze ontlokt hun een lied, ze laat zich uitnodigen om bij de gastheer of -vrouw thuis een gerecht te koken en dan met het aanwezige gezelschap op te eten. Al die mensen zijn verschillend, zegt ze, maar overal pauzeren ze een paar eerbiedige tellen voor ze aan het eten slaan.
Claron ziet haar identiteit als een mengsel van een scheut Europa, een scheut Amerika en een dosis zwarte vrouw. Ze is een wereldburger, die zich graag vergelijkt met een aubergine. De ideale migrant, vindt ze. De plant die uit het Verre Oosten stamt en vandaar door de eeuwen heen is gemigreerd naar andere culturen en andere volkeren, waar hij aanvankelijk met misprijzen en zelfs met angst werd ontvangen. Om vervolgens furore te maken en uit te groeien tot nationale lekkernij. Claron volgde het spoor voor een deel terug. Van Spanje naar Marokko. Van Italië naar Griekenland en Turkije. En overal waar ze kwam pikte ze niet alleen een plaatselijk lied op maar ook een plaatselijk auberginerecept.
Haar ervaringen zijn vastgelegd in een documentaire en in een muziekuitvoering onder de naam Nachtschade Aubergine. Zij zingt de verzamelde liederen in de oorspronkelijke taal met hartstocht en ingetogenheid. Een feest voor het oor en een feest voor het oog, deze verbroedering en verzustering rond de aubergine.
Aubergine werd vroeger wel gezien als gevaarlijk. Men dacht dat je gek kon worden van deze gekke appel, deze mala insana. Die laatste naam zie je terug in het Italiaans waar de aubergine melanzana heet.
Het woord dat wij kennen is verbasterd van een Indiaas tot een Persisch woord, dat in het Arabisch ‘al-badinjan’ werd, alberginia in het Catalaans en uiteindelijk aubergine in het Frans en Nederland. Klinkt beter dan het Amerikaanse ‘eggplant’.
Je moet het die vreemde snuiter nageven: nergens kunnen ze hem meer missen.