Waar kijkt Nelleke naar uit in 2020
Ik kijk ernaar uit dat ik meer ga leren over de Japanse keuken. Twee jaar geleden bezocht ik Japan voor de eerste keer en ik viel als een blok voor dit land. Niet alleen vanwege het eten, maar ook vanwege design, de prachtige tempels, de tradities, de kimono’s en noem maar op. Ik heb onmiddellijk het boek The Gaijin Cookbook aangeschaft. Gaijin betekent outsider, buitenlander. Ik zal binnenkort een recensie op de website over dit ontzettend leuke boek schrijven. De foto heb ik genomen in een Ryokan, een traditioneel Japans hotel, in Kyoto. Dit was het ontbijt dat we in onze kamer kregen. Mijn tweede dag in Kyoto beschreef ik zo in mijn persoonlijke verslag:
‘We hadden gevraagd of we om 8 uur konden ontbijten. Om half 8 kwam Mahu, een jonge Japanse vrouw die ons deze drie dagen hier zou helpen in het hotel, de futons weghalen en de kamer klaarmaken. Ze zet wat thee neer met voor iedereen twee umeboshi, de pickled bes van de Japanse pruim. Zurig, maar dat is goed voor je. Wij gaan op de grond rond de grote tafel zitten en Mahu brengt iedereen een groot plateau met miso, rijst, pickles, spinazie, een ei gerecht, fruit, koude gepekelde groente en 2 soorten vis. Ik ben opnieuw helemaal overrompeld door de lieve service en de ongenadig lekkere gerechtjes. Om half 10 nemen we de taxi naar de Golden Tempel, toeristisch maar goed georganiseerd. Alleen de toegangskaartjes zijn al een kunstwerk op zich. Daarna lopen we 30 minuten naar de Ryoanji Temple waar ook een prachtige rotstuin is. Niet zoals wij een rotstuin omschrijven, maar kleine steentjes (een soort grind) in een patroon gelegd. De tempel is prachtig, helemaal van hout en de schoenen moeten dan ook uit. Iedereen loopt op sokken. Onderweg naar een noodle restaurant voor de lunch fotografeer ik twee geisha meisjes, maar mijn zoon vertelt me dat niet te doen. Ze zijn een toeristische attractie en dat is niet respectvol tegenover de echte Geisha, die daar jaren voor heeft geleerd. ’s Middags lopen we over een lange foodmarkt met de meest vreemde ingrediënten en kant-en-klare hapjes. De geroosterde mus op een stokje zal me het langst bijblijven.
‘s Avonds eten we bij Matsui Teri, dat op loopafstand van ons hotel is, een overheerlijke Shabu-Shabu. Een hotpot gerecht waar je groenten en het prachtigste dungesneden vlees in gaart. De meeste restaurants zijn kaal en hebben vooral lelijke verlichting, hoe chique ook. De vrouw die ons bedient doet alles vrij snel in de hotpot en ik vroeg haar heel aardig even te wachten zodat we konden genieten. Dat was niet zoals het hoorde en zij kwam dan ook niet meer terug aan onze tafel. Iemand anders nam de bediening over. Ze voelt zich niet alleen beledigd, maar schaamt zich ook. Een andere wereld. Terug in het hotel is er weer hetzelfde ritueel als gisteren: hartelijk welkom in de open hal, schoenen uit, pantoffels aan, de futon opgemaakt, thee op de kamer, een warm bad en de krant. Ik wordt er heel rustig van’.