Ovenschotels kunnen goed voorbereid worden. De puree wordt mooi goudbruin van kleur als hij met wat ei bestreken wordt.

Bereidingswijze

1. Spoel de zuurkool in een vergiet af met koud water. Snijd de zuurkool fijn. Breng de zuurkool met een laagje water, de jeneverbessen en het laurierblad aan de kook en laat op een laag vuur zachtjes stoven tot de aardappels gaar zijn.
2. Kook de aardappels met de knolselderij en wat zout in 20 minuten gaar.
3. Snijd de rookworst in plakjes.
4. Giet de aardappels af (vang kookvocht op als u geen melk heeft). Stamp de aardappels met de knolselderij fijn. Maak er puree van met melk, een klontje boter en ½ losgeklopt ei. Breng de puree op smaak met zout, peper en nootmuskaat. Bewaar de rest van het ei afgedekt met folie. Giet overtollig vocht van de zuurkool af. Schep de zuurkool in een ingevette ovenschaal. Leg er plakjes rookworst af. Dek af met puree en strijk de bovenlaag glad.
5. Verwarm de oven voor op 175 graden Celsius. Klop de rest van het ei los met 1 lepel melk of water. Bestrijk de bovenkant van de puree met de bolle kant van een lepel met ei. Maak met een vork een patroon in de puree. Bestrooi eventueel met seroendeng.
6. Laat het gerecht in de oven goed warm en goudbruin worden in ca. 25 minuten.

Tip: stoof stukjes appel met de zuurkool mee.
Vervang een deel van het water bij de zuurkool door 1 glas witte wijn.