Sint Jacobsschelp smaakt een beetje zoet en dat is juist als je ze rauw eet heerlijk. Voor wie rauwe Sint Jacobsschelpen net een stapje te ver gaat, kun ze in plaats van in plakjes, doormidden snijden en op het laatste moment in de grillpan 1 minuutje om en om grillen. De plakjes citroen die tussen de zeekraal op het bordje liggen eet je meestal niet op maar het geeft wel zijn lekkere zuur af aan het gerecht.
Bereidingswijze
- Verwijder erg harde stukjes van de zeekraal. Leg de zeekraal 1 minuut in kokend water. Afgieten in een vergiet, met koud water afspoelen en laten uitlekken.
- Rooster de sesamzaadjes 1 minuut in een droge koekenpan op een hoog vuur. laten afkoelen.
- Pers 1 citroen uit. Snijd de andere citroenen in ca. 18 dunne plakjes.
- Roer voor de sesamdressing 4 el koud water en de sesamolie beetje bij beetje door de mayonaise. Voeg de suiker toe. Roer vervolgens eerst de helft van het citroensap erdoor. Proef en voeg eventueel nog wat meer citroensap en/of suiker toe. Breng op smaak met een paar druppeltjes Tabasco en peper & zout naar smaak.
- Verdeel vlak voor het eten de zeekraal over 6 borden en leg de plakjes citroen ertussen. Bedruppel met de helft van de sesamdressing. Snijd de Sint Jacobschelp “nootjes” in plakjes en leg ze op de zeekraalsalade. Bedruppel met de rest van de sesamdressing en strooi er de sesamzaadjes en het zwarte lavazout of grof zout over. Direct serveren. ®José van Mil
Tip: Je kunt ook andere verse rauwe vis gebruiken voor dit recept.