Schorseneren werden ooit ‘armeluis asperges’ genoemd, ten onrechte. Het zijn lange dunne wortels met een donkere, vaak zanderige schil. Bij het schillen krijg je vuile, plakkerige handen; daarom hebben ze ook wel de bijnaam ‘keukenmeidenverdriet’. Schil ze met keukenhandschoenen aan en je merkt er niks van.
Bereidingswijze
- Schil de schorseneren, was ze, snijd ze in stukken en bewaar ze tot gebruik in koud water met wat azijn of melk (tegen verkleuren).
- Breng water met 1 lepel azijn of scheutje melk en wat zout aan de kook. Voeg de schorseneren toe en kook ze in ca. 20 minuten gaar.
- Maak intussen de saus: fruit de sjalotsnippers 2 minuten in olie op matig vuur. Verwijder eventuele harde kroontjes van de tomaten en doe de tomaten met het halve bouillontablet in de pan. Laat 10 minuten zachtjes pruttelen. Pureer de saus en breng hem op smaak met zout, peper en 2 el peterselie.
- Giet de schorseneren af en schenk de saus erover. Strooi er de rest van de peterselie over.
- Lekker met een gekookt aardappeltje en gehaktballetjes of tartaar.
Tip: u kunt voor de saus 3 dl passata di pomodoro gebruiken.