Afhankelijk van het gebied wordt dit gerecht, gemaakt van dun uitgerold brooddeeg en een topping naar keuze, tarte flambée, flammekueche of Flammkuchen genoemd en werd van oorsprong bereid in de houtoven. Bereid in een houtgestookte oven krijg de Flammkuchen inderdaad dat zo specifieke rooksmaakje maar ik vind hem uit een gewone oven ook best heel lekker. Leuk om met de kinderen te maken en ze dan hun eigen topping te laten verzinnen.
Hoofdgerecht voor 4 personen
Bereidingstijd: ca. 25 minuten
Rijstijd: 60 minuten
Oventijd: ca. 15 minuten
Bereidingswijze
- Roer de bloem met het zout in een kom door elkaar. Roer gist en de suiker erdoor en voeg 250 ml lauwwarm water toe. Kneed alles, met de hand, met een mixer met deeghaken of in een keukenmachine, tot een soepel deeg. Vorm een bal van het deeg, dek de kom af met huishoudfolie en laat het deeg 1 uur op een warme plaats rijzen.
- Verwarm de oven voor tot 250 °C. Roer de crème fraîche los. Kneed het deeg nogmaals door en verdeel het in 2 gelijke delen.
- Rol de deegballen op een met bloem bestoven aanrecht uit tot 2 hele dunne lappen (dat hoeft niet zo netjes). Leg de stukken deeg elk op een stuk bakpapier.
- Bestrijk het deeg met de crème fraîche. Verdeel de ui erover en bestrooi met peper en zout naar smaak. Verdeel de kaas erover. Bak de flammkuchen in 10–15 minuten in de voorverwarmde oven goudgeel en knapperig. Snijd ze in punten en serveer met een frisse salade.
Variatietip
Maak ook eens flammkuchen met appel. Verdeel dan in plaats van de ui 1 in dunne partjes gesneden appel over de crème fraiche. Vervang de crème fraîche eens door kwark of gebruik half kwark en half crème fraîche.