In een artikel in het blad de New Yorker lees ik dat ik niet de enige ben die er een naam voor heeft. Bij mij heet dat: we gaan ‘scharrelen’ vanavond. Geen voorbereidingen, gewoon iets opwarmen, vaak meerdere kleine gerechtjes maken zoals een gevuld tomaatje met een mengsel van de overgebleven aardappel, doperwtjes, mayonaise en een ansjovisje. Of even de rijst opbakken met een ei, wat bleekselderij, peterselie, een plakje ham en een restje tauge.
Het aardige in dat artikel uit de New Yorker was dat heel veel mensen ‘scharrelen’, maar er allemaal een andere naam aan geven. De auteur zelf noemt het ‘fending’. Ze was nieuwsgierig of anderen ook aan ‘fending’ deden en of er meer vreemde woorden voor waren. Op haar Instagram-vraag kwamen 1700 reacties; spa plate, having weirds, goblin meals, gishing, picky-poke, screamers, rags and bottles, mush gooey, fossick en ga zo maar door. De meeste woorden waren vreemd en niet bestaand. Ik vond dirt night en going Darwin de twee leukste voorbeelden uit haar hele lijst.
Het bleek dat veel mensen ook een letterwoord gebruiken zoals OYO (on your own), MYO (make your own) en FIFI (find it and fix it). Dit zijn natuurlijk Amerikaanse woorden, maar jullie begrijpen vast waar ik naar toe wil. Doe jij dit ook – op deze manier je maaltijd samenstellen – en zo ja welk woord gebruik je ervoor. Ik ben benieuwd naar jullie reacties. Stuur jouw speciale woord graag naar dana@bureausintnicolaas.nl.