Marsepein kun je heel goed zelf maken van amandelen en poedersuiker. Met een keukenmachine is dat een werkje van niks, gewoon een kwestie van mengen. Dat was vroeger wel anders, toen werden in Spanje de amandelen in een vijzel (maza) fijngestampt en met suiker tot een soort brood (pan) gekneed tot mazapan. De geschiedenis van marsepein begint waarschijnlijk zo’n duizend jaar geleden, toen de Arabieren met hun verovering van Spanje een heerlijk mengsel van gemalen amandelen en honing meenamen. Ook Venetië beweert dat marsepein daar uitgevonden is. Marzipane is daar het brood van Sint Marcus, de beschermheilige van die stad. In heel Europa wordt al eeuwenlang marsepein gemaakt. Bij ons hoort marsepein vooral bij het Sinterklaasfeest. Zelf maken doe je als volgt: Maal 250 g ongezouten blanke amandelen in de keukenmachine tot een fijn meel. Kant-en-klaar amandelmeel is niet geschikt omdat dat te droog is. Voeg dan al draaiend 250 g poedersuiker of fijne kristalsuiker in gedeelten aan de fijngemalen amandelen toe en voor een fijne smaak enkele druppels oranjebloesemwater of rozenwater (te koop in Marokkaanse winkels) of wat geraspte sinaasappelschil. En als dat nodig is een lepel extra water. Kneed de marsepein goed door tot het een compacte massa wordt. Vorm er een bal van en laat de marsepein verpakt in plasticfolie op een koele plaats tenminste een week om smaak komen. Dat is even geduld hebben, maar direct na het maken smaakt marsepein nog nergens naar. Daarna kun je de marsepein verder verwerken. Tot namaakfruit, dat je eventueel kleurt met voedingskleurstoffen. Tot aardappelballetjes omhuld met wat cacao of balletjes ingeklemd door halve walnoten.
Onze nieuwsbrief
Blijf op de hoogte van de nieuwste recepten en aanbiedingen over de keuken van acht!