Nee, niet het carnaval maar de gastronomie in het zuiden is wat mij trekt. Een fijne wandeling over de heuvels en door de valleien van de Belgische Voerstreek bracht ons op landgoed Kasteel Altembrouck, met hotel, jachtbar, sjiek restaurant, aangenaam terras op de binnenplaats en een lounge waar je ook kunt snacken op een fijn niveau (dus geen frikadellen en patatjes oorlog). Dat kwam goed uit, want in sjiek eten hadden we nu geen zin, maar snoepen van fijne kost aan de grote stamtafel in deze zonovergoten ruimte was precies wat we zochten. Van de “krulhaar” varkentjes (Mangalica, een bijzonder smakelijk Hongaars ras) die ze hier op het landgoed houden, worden naast warme gerechten ook allerlei worsten gemaakt. Maar ook de Wagyu runderen die ze hier hebben belanden na een aangenaam leven in de pan. En dat levert onder andere een niet te versmaden super malse rosbief op, die in dunne plakjes onderdeel was van het charcuterie plankje dat ik bestelde. Samen met de Mangalica salami, leverworst en kopkaasachtige paté, een lamsworstje van het eigen Kurohitsu lam, wat rauwkost en verrukkelijk vers gebakken brood. Een glaasje Spaanse VinaSol Torres Rosé erbij, uitstekend gezelschap, een goed gesprek en de belofte dat we nog eens terugkomen voor een diner in het restaurant (Fogo genaamd), daar word ik diep gelukkig van.
Preferred partner: Beka vlees!
