Vier dagen culinair in Tbilisi: een avontuurlijke uitdaging. Er stond van alles op mijn programma om te ontdekken: kookles, wijnproeven, dumplings maken, proeverijen en natuurlijk ook de stad ontdekken.
De eerste avond, zo rond een uur of 6, arriveer ik in mijn hotel en sta ik te trappelen om de stad in te gaan. Het is donker, weinig straatverlichting en ik zie al snel heel veel gehavende huizen, te verwachten gezien de lange oorlog tussen Rusland en Georgië die 25 jaar geleden pas eindigde. Om de hoek van het hotel staat, half op de stoep, een groentestal met o.a. appels, peren, sinaasappels, granaatappels en kool. De kisten staan gedeeltelijk in de steeg naast de woning en er is weinig licht. Een eindje verderop is een kleine, aan het huis gebouwde, houten serre waar een aardige mevrouw brood verkoopt en op de hoek van de straat ontdek ik een supermarkt, nou ja ‘supermarkt’. Ik zie een trap met wat gestapelde toiletpapierverpakkingen, loop naar binnen en vind een kleine volgepropte huiskamer. Niet lang daarna ben ik in het oude, meer toeristische deel van Tbilisi. Mooi gerestaureerde huizen, veel mensen, heel veel wijn bars en genoeg restaurants. De menukaart is overal in het prachtige Georgische schrift met een Engelse vertaling erachter. Ik beland in een restaurant waar ik een perfecte Chanakhi (gestoofd lamsvlees met tomaten) en het house bread, geserveerd met een bakje zonnebloemolie en wat ajika (rode peperpoeder), eet. En natuurlijk een glas rode Georgische wijn. Het is en blijft vreemd om zo’n eerste avond alleen aan een tafeltje in een totaal onbekende stad te zitten. Maar al snel voel ik me thuis. De mensen zijn aardig, spreken goed Engels en het eten is goed.
De volgende dag ga ik met de metro voor een kookles bij moeder Lia en dochter Nino naar een ander deel van de stad. Nino spreekt goed Engels en Lia verstaat het beter dan ik denk. We gaan meteen weer met de metro naar de markt op het stationsplein. Zij wijzen me de weg naar hun speciale spice lady, de Churchkhela lady (Georgische in wijnsaus gedoopte strengen walnoten in allerlei kleuren) en de cheese lady op de wat onoverzichtelijke markt. Natuurlijk wil ik kruiden kopen en ook de heerlijke Churchkhela. Wat me opvalt zijn de enorme hoeveelheden walnoten die verkocht worden. Samen met de kaassoorten sulguni (soort mozzarella) en imeruli denk ik dat dit de belangrijkste ingrediënten zijn in de Georgische keuken. Weer thuis bij de dames leer ik in het piepkleine keukentje veel over de Georgische keuken. Van tevoren hadden we afgesproken dat we in ieder geval khinkali (dumplings) en adjaruli khachapuri (brood in de vorm van een boot, gevuld met kaas en een ei) gaan maken. Eerst het deeg maken, moeder moppert een beetje dat de bloem niet helemaal goed is, maar nadat de walnoten door de gehaktmolen zijn geperst, de uien zijn gehakt, de spinazie is gekookt en het vlees op smaak is gebracht, gaan we de dumplings vullen en het brood bakken. Wat een mooie ervaring, niets geen luxe apparatuur, maar handwerk, emaille pannetjes en een klein fornuis. Na afloop van de heerlijke lunch, daal ik weer vijf trappen af naar beneden en loop ik tevreden naar de metro.
Voor een proeverij-tour ’s avonds heb ik met gids Levan afgesproken bij Dunking Donuts op het Freedom Square. Onze eerste stop is dumplings en gevulde aubergine met walnotenpasta. Ik vertel hem maar niet dat ik die ochtend zelf dumplings gemaakt heb. Dan volgt een bezoek aan Kioski, een soort snackbar met typische Sovjet gerechten. Levan bestelt aan de balie drie soorten dips met wat brood, twee verschillende phali, (mengsel van groente, walnotenpasta en Granaatappel pitjes en een mengsel van bietloof met walnotenpasta en granaatappel pitjes) en een soort kipsalade. Hij vertelt me dat mayonaise vroeger te duur was en dat ze in plaats daarvan walnotenpasta gebruikten. We lopen weer verder en komen bij de Chacha Corner. Chacha is de welkomstdrank in Georgië: een sterke likeur gemaakt van het overgebleven bezinksel van de druiven na het maken van de wijn. Hier proef ik drie verschillende shots chacha (55 en 69% alcohol en een honing chacha van 45% alcohol). Levan en de eigenaresse hebben er plezier in dat ik de Chacha op de goede manier drink. Eerst een toast, dan inademen, shot helemaal opdrinken en dan uitademen. Na de superlekkere lobio (bonensoep) in de tuin van het hippe restaurant Enzo volgt er nog cake met ijs in een heel oud pand. Echt scheve trappen, bloemetjes behang, maar wel een prachtig oud servies. Opnieuw een volle dag culinair avontuur.
Voor de wijn tour naar Kakheti word ik ’s morgens om 9 uur opgehaald door mijn gids Beka. Een dag vol verhalen over Georgië, wijn proeven, een privé lunch bij de meer dan aardige Marika thuis, een prachtige kerk bezoeken, het proces van broodbakken zien en genieten van de omgeving. Gewoon mooi! De originele Georgische wijn wordt gemaakt in kvevri (rode terracotta potten), die in de grond zitten waar een constante temperatuur is. Een handmatig proces met een prachtige uitkomst.
Voor mij waren deze vier volle dagen in een andere cultuur een absolute topper! Aardige mensen, andere culinaire gewoontes, prachtige wijn en een bijzondere omgeving. Ben je nieuwsgierig geworden na het lezen van mijn verhaal en heb je zin om samen met mij (max 8 personen) een avontuurlijke culinaire trip naar Tbilisi en de wijnstreek Kakheti te maken? Laat het me weten (nelleke@vanlindonk.nl). Eind april/begin mei en eind september/begin oktober staan er drie avontuurlijke reizen in de planning. In januari komen de details.
აქვს ლამაზი დღე! (‘Fijne dag’ in het Georgisch)