Recensie – Le Pot-Au- Feu
Klassiek Frans gaat nooit verloren
Kijk je al uit naar Home alone of een van de andere films die in de kersttijd niet van het scherm te branden zijn? Je zou ook wat anders kunnen doen. Lekker ouderwets naar de bioscoop. Niet om er een kerstfilm te zien, maar een film die daar in culinaire feestelijkheid boven uitstijgt. Ik bedoel Le Pot-Au-Feu, die de roem van de klassieke Franse keuken bezingt.
Het verhaal speelt in de tweede helft van de negentiende eeuw (1885) , nog voor de grote kok Escoffier doorbreekt. Restaurants zoals wij ze nu kennen, hadden ze nog nauwelijks. Reizigers konden onderweg eten in herbergen. Het chique volk at thuis, bediend door een eigen keukenbrigade. De actie speelt zich af rond een Frans kasteeltje. Vooral in de kolossale keuken, waar Eugénie de scepter zwaait. Eugénie, de kokkin, de minnares als het haar uitkomt van kasteelheer en fijnproever Dodin, feministe-avant-la-lettre, opleider. Prachtig gespeeld door actrice Juliette Binoche.
Het eerste halfuur zit de kijker aan de keukentafel. Onder je neus worden vlees, vis, groenten geprepareerd en gestoofd, gestoomd, gerookt en gezeefd. Tal van kooktechnieken uit de klassieke Franse school trekken aan je ogen voorbij. Het is een feest van herkenning voor de klassiek geschoolden onder ons en een inwijding in de klassieke Franse keuken voor de andere kijkers.
Ik hoor het al zeggen: geen film voor vegetariërs en veganisten. Maar dat is onterecht. Ja, in sommige pannen gaan vlees en vis, met respect behandeld, maar verrassend voor mij was juist de grote nadruk op groenten en fruit, afkomstig uit grote moestuinen. Geblancheerde kropsla, gevulde courgettebloemen, stevige stukken pompoen en knolselderij, een arsenaal aan kruiden, sappige appels en peren. Eugénie vult een vol-au-vent (grote pastei) met een keur aan groenten en ook in de stoofpot (pot-au-feu) gaat het nodige groen. Eugénie staat aan het eind van haar loopbaan. De opvolgster dient zich aan. Het jonge meisje Pauline, uit een arm gezin. Dodin houdt haar een lepel soep voor en vraagt haar welke ingrediënten erin zitten. Pauline komt tot twaalf van de vijftien. Peper en zout vergat ze te noemen, cognac had ze nog nooit geproefd. Een natuurtalent.
Dankzij natuurtalenten en scholing draaien onze restaurants op steeds hoger niveau. Ze mogen experimenteren wat ze willen, maar van de klassieke Franse keuken zullen ze nooit helemaal loskomen. Gelukkig maar.
Een aanrader, deze film. Opmerkelijk: de regisseur is niet van Franse origine. Het is de Vietnamees Trân Ahn Húng. Hij kreeg voor zijn regie een Gouden Palm in Cannes. Op de juiste bereiding van de gerechten werd nauwlettend toegezien door de Franse sterren Top Chefkok Pierre Gagnaire.
Annelène van Eijndhoven