Mijn koelkast staat vaak vol ‘condiments’. Een Engels, wat mij betreft, onvertaalbaar culinair woord. Het woordenboek heeft het over kruiderij of specerij, maar het is zoveel meer dan een potje kruiden of specerijen. Een andere uitleg is dat het een toevoeging bij voedsel is die de smaak van het voedsel verandert en/of versterkt. Dat klopt, maar dan niet als voorbeeld mosterd, mayonaise, ketchup, enzovoort. Dat zijn voor mij geen condiments. Het zijn die zelfgemaakte sausjes, boters, salsa’s, strooisels, dressings en dips die je maakt om ergens bij te serveren en waar je bijna altijd iets van overhoudt. En met die overgebleven ‘condiments’ maak je dan weer de meest lekkere nieuwe gerechten. Van de week had ik er weer eentje: geroosterde wortel met amandelen en kikkererwten*. Ik had het gemaakt als een soort dip bij een hardgekookt eitje en stukjes gegrilde zoete aardappel. Gelukkig hield ik iets over en dat ging van de week door mijn groene kool gerecht, hmm… Zo heb ik regelmatig een klein beetje pesto, groene saus, gegrilde paprika’s of geroosterde stukjes prei over. Hoe klein ook: GOOI HET NIET WEG, maar experimenteer ermee. Je kunt er echt nieuwe culinaire ontdekkingen mee doen.
*Een mengsel van geroosterde wortelstukjes, geroosterde amandelen, olijfolie, knoflook, kikkererwten, citroensap, chilipoeder, gerookte paprika en peterselie. Alles in de keukenmachine en klaar.