Als ik in de zomer in mijn stadstuintje zit, slaat de barbecuewalm over de schutting heen. Toch kan een barbecue een volksfestijn zijn. De gemeente Den Haag heeft vier parken aangewezen waar je in vrijheid kunt barbecueën, als je maar je rotzooi opruimt. Dit is geen gedoogbeleid. De gemeente zij geprezen: zij moedigt het roosteren juist aan. Er zijn aparte afvalbakken geplaatst om gebluste kolen in te kieperen.
Het samen eten in de open lucht zit zuiderlingen in het bloed. Ook de Zuid-Amerikanen. Ik werd door een Peruaanse familie uitgenodigd voor een barbecuepicknick in park Vlaskamp. Oma droeg Peruaanse klederdracht, met het bolhoedje en een indringend blauw vest. Jong en oud, familieleden, vrienden en kennissen en kennissen van kennissen dromden en krioelden om zelf meegebrachte tafels en banken heen. Wie elkaar nog niet kende, stelde zich zonder enige schroom voor. “Hallo, ik ben Felicia”, met warme lach en open gezicht. En nooit werd gevraagd: “Wat doet u hier?”
Iedereen bracht eten en drinken mee. Op twee barbecues werden kipdelen geroosterd. Geen cavia’s, zoals gebruikelijk in Peru. “De cavia’s van hier zijn te klein”, zei mijn gastvrouw. Er verschenen mooi opgemaakte aardappelschotels met kip of tonijn. Gepofte reuzemais. Frisse ceviche: vis gemarineerd in limoensap. Schijven yuca (cassave). Een Breugheliaanse boerenbruiloft.
Nee, tot een bruiloft kwam het niet. Twee families ontmoetten elkaar op het Haagse gras. De Peruanen en hindoestanen uit Suriname. De alleraardigste zoon van de gastvrouw was gevallen voor een hindoestaanse schone, die trots met zwangere buik rondliep. Haar strenge ouders weigerden in te stemmen met een huwelijk na dit voorhuwelijkse incident. Maar kennismaken met de lossere Peruaanse familie, je samen scharen rond het rooster, een babyshower: geen god, die het verbood.
Op het veld stonden ook andere families. De fontein spoot hoog, ganzenkuikens scharrelden rond. Hier is geluk nog heel gewoon.
Kip wordt door vele volkeren gegeten. Je kunt het marineren naar eigen inzicht. Hier volgt een voorbeeld: maak knoflookolie door een bol knoflook overdwars doormidden te snijden (pellen niet nodig). Halveer een ui. Doe beide in een ovenvaste schaal, snijkant naar beneden en voeg ca. 3 dl olijfolie toe, 2 tl tijm en wat peper. Dek de schaal af (bv met aluminiumfolie) en zet ca. 45 minuten in een oven van 150 graden Celsius. Zeef de olie en druk de knoflook een beetje door de zeef. Laat afkoelen. Wrijf kip naar keuze in met wat wijnazijn en een snuf van alles: zeezout, zwarte peper, gemalen komijn, gemalen koriander, chilipoeder en bestrijk met knoflookolie. Bij kipkarbonades, drumsticks en kippenbouten is de bereidingstijd 35 – 45 minuten (afhankelijk van formaat). Kip moet gaar zijn. Borrelboutjes zijn na 20 – 25 minuten gaar.