Had zin om een gewone ordinaire cake in een langwerpige vorm te bakken. Een cake zelf bakken is zo gepiept en zoveel lekkerder dan gekocht. Samen met mijn dochter in de keuken aan de slag. Kon ze mooi helpen met de appelpartjes snijden en in de cake steken. Gezellig klusje samen op woensdagmiddag en daarna met z’n allen thee drinken.

Bereidingswijze

1. Verwarm de oven voor op 180 graden. Beboter en bekleed een springvorm van 20 cm doorsnede met bakpapier.
2. Klop de boter en de suiker met de mixer 10 minuten tot een licht en luchtig beslag. Rasp de schil van de sinaasappel en voeg het toe met een snufje zout. Pers het sap van de sinaasappel uit en voeg het met de melk toe aan de boter.
3. Voeg 1 voor 1 de eieren toe en wacht toe het eerste ei helemaal is opgenomen voordat je het volgende ei er aan toevoegt.
4. Roer in een kom het amandelmeel, het zelfrijzend bakmeel en kaneel door elkaar. Spatel de bloem door het cake beslag.
5. Verdeel het cakebeslag gelijkmatig in de vorm.
6. Snijd de appel in vieren, verwijder het klokhuis. Snijd de appel in dunne plakjes en steek ze met de bolle kant naar boven in het beslag.
7. Plaats de vorm in het midden van de oven en bak de cake in ca. 40 minuten goudbruin en gaar. Controleer met een saté prikker of deze er schoon uit komt. Zo niet zet dan nog even de vorm terug in de oven en bak nog langer. Haal de cake uit de oven en laat op een rooster afkoelen. Verwijder de vorm na 15 minuten en laat de cake nu helemaal afkoelen.